Aerolineas Argentinas, nu weer in trotse handen van de Argentijnen - vloog me de slordige 3100 kilometer die tussen Ushuaia - de meest zuidelijke stad van de wereld, volgens de Argentijnen uiteraard - en Buenos Aires ligt in vier uurtjes. In Buenos Aires trof ik mijn jongste broer Rudolf in ’n hotelletje in de wijk Recoleta. Een mooie eraring om hem twee weken aan mijn zijde te hebben. We hadden nog nimmer zoveel tijd samen doorgebracht. Na een paar dagen 'mondain' Buenos Aires vlogen we in 'n uur lekker luxe met het vliegtuig naar Cordoba-Stad. De stad Cordoba is in januari een 'infierno' zoals de Cordobezen dat zeggen; een hel. De druppende airco's boven je hoofd en het zinderende asfalt tussen de hoge gebouwen maken het verblijf tot een vrij korte. Met de bus vervolgen we onze weg over de bergen naar ‘mijn’ dorp, Los Hornillos. De provincie Cordoba beleefde hoogzomertijden. Overal veel toeristen, en zeer hoge temperaturen.
De bushalte ligt aan de voet van de berg, en bij aankomst mocht Rudolf meteen de proef doorstaan. Met volle bepakking omhoog. Ik dien hierbij even te vermelden dat meer dan de helft van zijn volle rugzak uit mijn bezittingen bestond! Maar na het serieuze zweetwerk in de hete zon, konden we dan ook met een welverdiend koud biertje op de patio neerzijgen, dat we anticiperend al hadden gekocht onderaan de berg bij de kiosk.
Het was een drukte van belang in de tuin. Overal liepen mannen rond. Er werd hard gewerkt aan de aanleg van een....zwembad! Het water in het bad had een donkerbruine, viestroebele kleur. De tank van de brandweerwagen was eerst leeggelopen op de steile helling naar het huis, en bij het 'lossen' van de tweede lading bleek de tank niet geheel roestvrij...
De bouw van mijn nieuwe huisje was gedurende mijn twee maanden afwezigheid een behoorlijk stuk gevorderd. De ‘chicos’ waren druk bezig om het dak te leggen. Het ‘pindahuisje’ hadden ze het gedoopt, vanwege de ovaalronde vorm. Een doordringende mestlucht kroop mijn neusgaten in. Ik stond naast een vat met fermenterende paardenpoep waarmee het mengsel voor de buitenlaag van de muren wordt gemaakt. Het zag er prachtig uit.
De dagen die volgen bezoeken we mijn vriend Nestor en zijn huis bovenop de berg, de boerenzaterdagmarkt in Villa Las Rosas, een Spaanse geitenboerderij in Los Hornillos, San Javier, 'n klein koloniaal dorpje en Nono, het stadje waar mijn vrienden Federico en Vanesa met hun dochter Luri wonen sinds kort. Ze hebben net hun nieuwe winkeltje geopend en het ziet er allemaal erg mooi uit. Rudolf krijgt van Luri een snelcursus Spaans op de stoep terwijl ik met Vanesa de winkel bewonder. We reizen met de lokale Sarmientobus van hot naar her. Een pittige wandeling naar een klein kreekje in de bergen achter het huis van Nestor, voert ons over geiten- en paardenpaden door valleien en over bergflanken. Het is heet en we voelen de zon goed branden! We worden beloond met een duik in het koude bergwater.
Rudolf maakt kennis met zo’n beetje iedereen die ons pad kruist; de 80-jarige Dona Pilar van de kiosk beneden, Eduardo, eigenaar van het huis en Bachbloesem- en Reiki-therapeut. Beto, de ‘gay’ tuinman, Emiliano, ‘n 11-jarige leerling uit mijn ecologisch klasje, Mary, ’n Nederlandse die hier al 19 jaar woont en haverkoek in een Aap-noot-mies-trommel verkoopt, Jose en Gustavo, de klusmannen, Rosario, die ’n klein koffiebarretje runt, Sebastian en zijn zus, die ik van Gaia, de ecologische gemeenschap bij Buenos Aires ken, Claudia, die ’n vegetarisch restaurantje runt en Indiase zangles geeft, El Gallego en Wilma, die vol passie ’n geitenboerderij runnen.
Het moment van afscheid is al veel te snel weer daar. In Mina Clavero stap hij op de bus terug naar Cordoba-Stad. Terwijl ik hem uitzwaai, schieten de tranen in mijn ogen. Wanneer zien we elkaar weer? Dat kan wel eens lang gaan duren...
De bushalte ligt aan de voet van de berg, en bij aankomst mocht Rudolf meteen de proef doorstaan. Met volle bepakking omhoog. Ik dien hierbij even te vermelden dat meer dan de helft van zijn volle rugzak uit mijn bezittingen bestond! Maar na het serieuze zweetwerk in de hete zon, konden we dan ook met een welverdiend koud biertje op de patio neerzijgen, dat we anticiperend al hadden gekocht onderaan de berg bij de kiosk.
Het was een drukte van belang in de tuin. Overal liepen mannen rond. Er werd hard gewerkt aan de aanleg van een....zwembad! Het water in het bad had een donkerbruine, viestroebele kleur. De tank van de brandweerwagen was eerst leeggelopen op de steile helling naar het huis, en bij het 'lossen' van de tweede lading bleek de tank niet geheel roestvrij...
De dagen die volgen bezoeken we mijn vriend Nestor en zijn huis bovenop de berg, de boerenzaterdagmarkt in Villa Las Rosas, een Spaanse geitenboerderij in Los Hornillos, San Javier, 'n klein koloniaal dorpje en Nono, het stadje waar mijn vrienden Federico en Vanesa met hun dochter Luri wonen sinds kort. Ze hebben net hun nieuwe winkeltje geopend en het ziet er allemaal erg mooi uit. Rudolf krijgt van Luri een snelcursus Spaans op de stoep terwijl ik met Vanesa de winkel bewonder. We reizen met de lokale Sarmientobus van hot naar her. Een pittige wandeling naar een klein kreekje in de bergen achter het huis van Nestor, voert ons over geiten- en paardenpaden door valleien en over bergflanken. Het is heet en we voelen de zon goed branden! We worden beloond met een duik in het koude bergwater.
Rudolf maakt kennis met zo’n beetje iedereen die ons pad kruist; de 80-jarige Dona Pilar van de kiosk beneden, Eduardo, eigenaar van het huis en Bachbloesem- en Reiki-therapeut. Beto, de ‘gay’ tuinman, Emiliano, ‘n 11-jarige leerling uit mijn ecologisch klasje, Mary, ’n Nederlandse die hier al 19 jaar woont en haverkoek in een Aap-noot-mies-trommel verkoopt, Jose en Gustavo, de klusmannen, Rosario, die ’n klein koffiebarretje runt, Sebastian en zijn zus, die ik van Gaia, de ecologische gemeenschap bij Buenos Aires ken, Claudia, die ’n vegetarisch restaurantje runt en Indiase zangles geeft, El Gallego en Wilma, die vol passie ’n geitenboerderij runnen.
Het moment van afscheid is al veel te snel weer daar. In Mina Clavero stap hij op de bus terug naar Cordoba-Stad. Terwijl ik hem uitzwaai, schieten de tranen in mijn ogen. Wanneer zien we elkaar weer? Dat kan wel eens lang gaan duren...
Comments
Toevallig kwam ik je blog op het net. Mooi jou huis in Los Hornillos. Die bergen achter je huis zijn "ook" van mij :-). Ik ben in Mina Clavero geboren en heb ook een tijdje in San Huberto gewoond. Ik kan d.m.v. je foto's de olor a peperina en poleo ruiken :-). Ik woon nu in Nederland al 20 jaar. Un abrazo y sigo tu blog. Fidel Garcia Cortez